Eli Heimans


Jac. P. Thijsse










Documentatie      
&
Debat
  • natuurbeleving
  • natuurstudie
  • natuurbehoud
  • natuureducatie


  • Heimans en Thijsse Stichting
     
    Home | Stichting | Actueel | Dossiers | Collectie | Contact | Links
     

    > Home > Actueel > Waternoot en waterpest, spiegelbeeld en echo

    Waternoot en waterpest, spiegelbeeld en echo

    Waterplantenplaag
    Waterpest pest waternoot
    Later pest noot pest

    Wie grasduint in de onvolprezen Heimans en Thijsse Bibliotheek loopt de kans op een onvermoed spoor gezet te worden. Zo ook in dit geval. Een wens van Jac. P. Thijsse, in de eerste druk van 'In Sloot en Plas' uit 1895: "Ook hoop ik nog eens een waterspreeuw te zien en 't nest van een ijsvogeltje en … de waternoot. Vooral die waternoot!" (…) "een arme vervolgde waterplant". "In 1860 begon de tegenspoed en dat was de schuld van een Nederlandsch professor, van een man, die het beter had moeten weten, een man die niet besefte wat hij deed. En dan een hooggeleerde!"

    Waternoot
    Waternoot
    Wat had deze goede man misdaan? "Niet anders gedaan dan een halfverwelkt takje in een gracht gegooid - dat was alles.
    Maar dat takje was afkomstig van een plantje, dat gekweekt en onderhouden werd in den botanischen tuin - in Leiden verheugde men zich ook in 't bezit van een bakjevol - want het was een waterplant. En een merkwaardige plant ook, afkomstig uit het land van de gele koorts en den colorado-kever en alom bekend onder den minder schoonen naam van Waterpest".

    Takjes strooien wijd verbreid
    Dit stukje gaat over deze waterpest, Elodea canadensis, en de waternoot, Trapa natans. Thijsse vermeldt dat tot de tweede helft van de 19e eeuw Trapa op z'n minst vrij algemeen voorkwam in Nederland, "hoe heerlijk zou ze kunnen liggen dromen van den tijd, toen ze allerwege slooten en poelen overdekte, toen haar bloempjes, gesteund door de ruitvormige bladeren, drijvend op hun opgeblazen holle bladstelen op elk stilstaand water hun wit tapijt vormden." en dat deze soort verdrongen werd door Elodea. En Elodea kon zich in Nederland vestigen doordat bovenbedoelde hoogleraar een takje in het buitenwater zou hebben gegooid. Overigens wordt die beschuldiging vanaf de vierde druk, uit 1914, afgezwakt, Thijsse voegt dan in "naar men zegt". Na de tweede wereldoorlog komt Trapa in de herdrukken van "In Sloot en Plas" niet meer voor.
    In de buurt van Boston is men ook aan het strooien gegaan, maar hier met takjes van de uit Europa afkomstige waternoot. En daar is discussie over in het Bulletin van de Torrey Botanical Club, New York, uit 1879. Ene G.E. Davenport bekent stukjes uitgezet te hebben, maar maakt zich geen zorgen omdat de vruchten van de waternoot goed te eten zijn: "....Maar dat zo'n prachtige plant als deze, met zijn mooie bladrozetten, en eetbare noten, die, als hij algemeen zou voorkomen net zo begeerlijk zou zijn voor jongens als hickory-noten nu zijn, ooit tot een plaag zou uitgroeien, kan ik nauwelijks geloven".
    Het aardige nu is dat waterpest en waternoot in dit verhaal elkaars spiegelbeeld zullen blijken, Europa vs. de V.S. en Canada.

    Waterpest
    Waterpest
    Waterpest in de 19e eeuw, vloek of zegen?
    Sinds de Koninklijke Bibliotheek oude dagbladen digitaliseert is er veel op internet te vinden. Drie voorbeelden:
    De Tijd, 18 september 1866: "Men heeft uit Canada een waterplant overgebragt, bekend onder den naam van waterpest. Botanisten te Berlijn hebben die plant in de grachten van Sanssouci aangekweekt en zij verspreidde zich van daar met ongemeene snelheid voort. Men hoopte door die plant de vischteelt te bevorderen, welke door de toenemende scheepvaart wordt belemmerd. Dit rezultaat heeft men werkelijk verkregen, doch de plant groeit met zoo buitengemeene snelheid voort, dat zij de scheepvaart gaat belemmeren. Men vreest dat de plant nu niet meer te verdijven of uit te roeijen zal zijn."
    Dagblad van Zuidholland en 's Gravenhage, 1 september 1869: "…Dr. Schür raadt zelfs aan de Elodea in rivieren te planten, waarop de riolen der steden uitloopen, om alzoo tot behoud van de gezondheid der bewoners mede te werken.- De nadelen voor de scheepvaart, zegt hij, zijn zeer overdreven en kunnen bij zulk een belangrijk voordeel niet in aanmerking komen."
    De Standaard, 24 januari 1879: "….In Overijssel gebruikte men met zeer goed gevolg de bekende waterplant Elodea (zonder twijfel bedoelt de schrijver Elodea Canadensis) of "waterpest" als meststof. Waartoe zij nog beter dan andere waterplanten geschikt schijnt te zijn, wegens de groote hoeveelheid asch-bestanddelen, die zij bevat." Het flabben is een oude gewoonte, maar Elodea schijnt superieur te zijn boven de inheemse soorten. Ook een andere immigrant uit Amerika, de kroosvaren, gooit hierbij hoge ogen.

    Waternoot door waterpest verdreven?
    In 1893 publiceert de Zwitserse botanicus Jakob Jäggi een verhandeling over het uitsterven van Trapa natans. Hij richt zich daarbij vooral op het noorden van Zwitserland, maar betrekt ook daarbij het uitsterven en/of de achteruitgang in verschillende Noord- en West-Europese landen. Hij kende nog, in Zwitserland, een aantal groeiplaatsen van vroeger, waaruit de waternoot inmiddels geheel verdwenen was. Die groeiplaatsen waren onveranderd en waterpest komt in zijn beschouwingen in het geheel niet voor. Volgens Jäggi liggen de Noord- en West Europese groeiplaatsen aan of over de rand van het natuurlijke areaal van de plant. De plant kwam daar voornamelijk voor in steden en in de buurt van kloosters, en is kennelijk al sinds de Middeleeuwen aangeplant als voedsel- en artsenijplant. Op gunstige plaatsen kon Trapa zich lang staande houden (en dus ook niet daar waar Elodea welig tierde).

    Echo's uit het verleden
    Men kan zich afvragen of waterpest nog steeds een plaag is en of er in onze buurt nog ergens waternoot te vinden is. Welnu, op internet zijn twee interessante televisie-uitzendingen te vinden. De eerste komt van omroep Brabant, uitzending op 29 augustus 2012, onder de kop "Biesboschtoeristen raken verstrikt in onderwater-oerwoud." En verderop; "Botenverhuurders in Drimmelen waarschuwen alle bezoekers op te passen. Ze moeten niet te dicht onder de oevers varen of te diep in de kreken gaan. Volgens Staatsbosbeheer is een van de boosdoeners waterpest. Die duikt iedere zomer op. Bestrijden gebeurt niet omdat de natuur zo veel mogelijk vrij spel krijgt."
    De tweede is van de Duitse Südwestrundfunk, uitzending van 9 oktober 2012, onder het hoofdje: "Rettung der Heimischen Wassernuss". Natuurbeschermers vechten voor het behoud van de bedreigde soort, in oude Rijnarmen in Rheinland-Pfalz, De kijker wordt meegenomen naar twee groeiplaatsen, op de eerste is Trapa, die in kooien gehouden werd geheel verdwenen, op de tweede groeiplaats is het water nagenoeg dichtgegroeid. Kosten noch moeiten worden gespaard om Trapa te behouden. Hier werd tot na de Tweede Wereldoorlog waternoot geoogst, als voedingsmiddel. In de conclusie van de uitzending klinkt Jakob Jäggi door: "Om het overleven zeker te stellen zal de waternoot spoedig in de gastronomie aangeboden moeten worden."
    In 1981 gaf de Bundespost een serie postzegels met vier bedreigde waterplanten, waaronder de waternoot.

    Spiegelbeeld uit de Nieuwe Wereld
    Ondertussen is Trapa een opmars in de Verenigde Staten en Canada begonnen. Het intikken van Trapa als zoekterm levert talloze hits op met alarmerende koppen als "Invasive Plant Alert". Watersportverenigingen roepen hun leden op om als vrijwilliger deel te nemen aan uitroeiingcampagnes. Na de eerste waarnemingen uit de negentiende eeuw in het Noord-Westen van de V.S. duikt Trapa in 1923 op in de buurt van Wahington D.C., en breidt zich van daar sterk uit, vooral naar het noorden, en bereikt Canada in 1998. Al in 1939 worden genietroepen ingezet om een waternootdek te verwijderen. Behalve vrijwilligers worden beroepskrachten ingezet, die met grote maai- en baggermachines de planten te lijf gaan. Inmiddels zijn in beide landen miljoenen dollars gespendeerd aan uitroeiingprogramma's, vooralsnog met weinig resultaat. De verzamelde planten worden op de oevers te drogen gelegd om later als prima mest over het land verspreid te worden. Waar lazen we dat eerder?

    Zo zijn de hoofdrolspelers van plaats gewisseld. Er is tegenwoordig een baaierd aan informatie over talloze exoten Het is aardig om een lijntje te volgen dat al in de 19e eeuw begon en dat ons naar onvermoede oorden leidt.

    Piet Roos

    Literatuur:
    Davenport, G.E, 1879: Trapa natans. Bull. Torrey Botanical Club, 6, 58, p. 352.
    Jäggi, J., 1893: Die Wassernuss, Trapa natans L. und der Tribulus der Alten. Zürich.
    Thijsse, Jac.P. en E. Heimans, 1895 # 1960. In Sloot en Plas, ed. 1 -9. Amsterdam.

    Internetbronnen, o.a.:
    http://www.omroepbrabant.nl/?news/1797291343/Biesboschtoeristen+raken+verstrikt+in+onderwater-oerwoud.aspx

    http://www.swr.de/im-gruenen-rp/-/id=100810/did=10425840/pv=video/nid=100810/1fayyhq/index.html

    Eradication program in southern Quebec:
    http://bcinvasiveplants.com/iscbc/images/stories/documents/stopspreadpresentations/quebec_waterchestnut.pdf

    Invasive Species: Aquatic Species - Water Chestnut (Trapa natans):
    www.invasivespeciesinfo.gov


    » Meer actuele berichten


    Word donateur van de Heimans en Thijsse Stichting!

    Naar boven ^