> Home > Actueel > Verslag Heimans Syposium in Artis
Heimans Symposium 10 december 2011
Een biologisch en ethisch reveil:
De erfenis van Eli Heimans nu
Onder verwijzing naar het uitvoerige programma en
de bijdrage van Juliet Oldenburger over Heimans in
Artis op deze website, volgt hier een beknopt
verslag van het symposium in gebouw De Volharding
in Artis. De ruim 80 deelnemers werden na de plezierige
wandeling door Artis met koffie en thee ontvangen.
Daarna opende voorzitter Frank Berendse het symposium
met een terugblik op de 150 jaar sinds de geboorte
van Heimans en een vooruitblik op de drie lezingen. De
sprekers hebben een samenvatting van hun betoog ingeleverd
waarvan wij dankbaar gebruik hebben gemaakt.
Allereerst sprak Marga Coesèl over 'De natuur van Heimans'.
Eli Heimans werd geboren in Zwolle in een joodse familie.
Hij had al vroeg belangstelling voor planten en dieren, in een tijd
dat de flora en fauna niet algemeen bekend waren. In 1882 trok
Heimans als jonge onderwijzer naar Amsterdam. Het vak 'kennis
der natuur' bestond toen uit voorlezen over de drie rijken der
natuur, planten, dieren en delfstoffen. Heimans ontwierp een
geheel nieuwe lesmethode waarbij niet de systematiek voorop
stond maar het leven van planten en dieren. Zijn boekje 'De levende
natuur' (1893) stond vol aanwijzingen om leerlingen op een
aantrekkelijke manier in aanraking te brengen met levensgemeenschappen
van gewone, inheemse planten en dieren. Kort na de
verschijning van dit boekje maakte hij kennis met Jac.P. Thijsse,
een collega-onderwijzer met een even grote belangstelling voor
de natuur. Deze ontmoeting vormde het begin van een vruchtbare
samenwerking. In een periode van nog geen tien jaar publiceerden
zij een serie geïllustreerde populairwetenschappelijke
werken, waaronder de serie 'Van vlinders, bloemen en vogels', een
flora en het 'Wandelboekje'. Zij richtten ook een eigen tijdschrift
op, De Levende Natuur. Hun activiteiten vormden de aanzet tot
het biologisch reveil. Heimans verdiepte zich ook met succes
in de geologie. Hij trok veel naar Zuid-Limburg en bestudeerde
fossielen en de relatie tussen plantengroei en bodem. Over zijn
bevindingen schreef hij 'Uit ons krijtland' (1911).
Heimans en Thijsse hadden hun werk niet kunnen doen
zonder de medewerking van Uitgeverij W. Versluys, een progressieve
uitgeverij die ook het werk van de Tachtigers uitgaf.
Een andere steunpilaar vormde Artisdirecteur C. Kerbert die
zijn collecties openstelde voor de amateurbiologen. Artis werd
het kloppend hart van de natuurhistorische activiteit. Hier werden
verenigingen opgericht, zoals de KNNV en de Vereniging
Natuurmonumenten.
Ten slotte: De verdiensten van Heimans liggen vooral op het
gebied van natuureducatie. Hij slaagde erin om met veel creativiteit
bij jong en oud belangstelling te wekken voor de natuur door
hen goed te leren kijken en vooral te genieten van de natuur.
Vervolgens sprak Erik A. de Jong over "Zien is kennen:
over de rol van het diorama bij de studie van de
natuur'.
De aanleiding voor de speciale aandacht voor diorama's
is de restauratie van het Heimans Diorama. Dit is
in 1923 gemaakt door Paul Steenhuizen, taxidermist
van Artis en één van de eerste vogelfotografen van
Nederland. Het is een kijkkast, een stilleven, over de
wereld van een Texels duin, opgebouwd uit zand, gedroogde
flora (helmgras, duindoorn, duinbraam, muurpeper,
mossen, salomonszegel, kruipwilg, hondsroos,
struikheide, wilde asperge), opgezette dieren (zilvermeeuw,
konijn, bergeend, kneu, steenuil, grauwe klawier,
torenvalk, visdiefje, tapuit, wulp, graspieper en
sperwer) # en: licht. Het biedt een perspectief in de
diepte, een illusie van ruimte, van een landschap, het
is een geheel dat bij verder kijken talloze verhalende
details op microniveau weergeeft. Het diorama is een
klein theater van de natuur.
De Jong pleitte vervolgens voor een herwaardering
van het diorama: in de eerste plaats als monument
voor Heimans en zijn streven naar natuureducatie
en natuurbescherming; verder als onderdeel van de
geschiedenis van Artis en de relatie tussen Heimans
en Artis in het bijzonder. Verder is het diorama een
hoofdstuk in de geschiedenis van het presenteren van
de natuur in diorama's, als het samengaan van taxidermie,
schilderkunst en theatrale enscenering en
daarmee als product van 'natura artis magistra', die
bijzondere samenhang tussen natuur, kunst en wetenschap.
Tenslotte is het diorama een bijzonder object
van cultuurgeschiedenis en erfgoed met een belangwekkend
verhaal, niet alleen over natuur maar vooral
ook over onze eigen verstandhouding met natuur.
In het diorama komen diverse tradities samen. Zo
was het diorama was omstreeks 1820 uitgevondendoor Louis Jacques Mandé Daguerre (1787-1851),
de latere uitvinder van de daguerrotypie, als een
spectaculair schilderstuk dat door verschillende belichtingen
en geluiden de bezoeker in vervoering
brengt. Zo kan het vergeleken worden met het geschilderde
panorama. Ook speelt het diorama een
rol in het observeren als basis voor de natuurstudie
en in relatie daarmee in de traditie van het presenteren
van natuur, hetzij in levende vorm in een tuin, of als
'Wunderkammer' en rariteitenkabinet of natuurhistorisch
museum. Een dergelijke rol werd gespeeld door
kast, kijkdoos, vitrine en bavelaar in de late 18de en
in de 19de eeuw. Ook is er een relatie met de rol van
natuur als centraal thema in de Rousseauistische kindereducatie.
In de 19de eeuw komt de verwante betekenis
op van de landschapsschilderkunst en natuurillustratie,
als kunstvormen die het wezen van natuur,
landschap, geologie en klimaat verduidelijken. Ten
slotte is er aan het einde van de 19de eeuw de verschuiving
van anatomie en systematiek in de zoölogie
en botanie naar de dier- en plantengeografie en de
kennis van dier- en plantengemeenschappen.
Al deze tradities vloeien rond 1900 in West-
Europa en de VS samen in de ontwikkeling van het
moderne diorama waar het traditionele schilderstuk
een nieuwe betekenis krijgt en wordt aangevuld tot
een driedimensionale
compositie met behulp van
taxidermie en botanie. Inzet van het diorama is met
name dat het de stadsbewoner wil doordringen van
de noodzaak tot natuurstudie en natuurbescherming.
In dit licht is het Heimans diorama een bijzonder
object en een ideaal middel om een groot publiek
op een aansprekende manier te laten kennismaken
met het leven van planten en dieren in een natuurlijk
duinlandschap.
Thomas van Slobbe gaf de derde lezing over:
'Heimans 2.0. De relevantie van het gedachtegoed
van Eli Heimans in het internettijdperk'.
Bij de doelstelling van de Heimans en Thijsse
Stichting past de vraag wat de relevantie is van het
gedachtegoed van Heimans voor natuurbeleving en
-bescherming in onze moderne tijd, waarin een hele
generatie jongeren in de weer is met internet, smartphones
en computergames, en de grenzen tussen virtual
reality en real life razendsnel vervagen.
Natuurbeleving is één van de pilaren van ons
(draagvlak voor) natuurbeleid, maar inmiddels beleven
veel jongeren de natuur vaker via internet en
in computergames dan buiten, in de 'echte' wereld.
Jongeren die on-line gamen geven zelf aan dat ze niet
alleen van het spel genieten, maar vaak # heel bewust
# ook van hun (digitale) leefomgeving. De volgende
uitspraak van één van hen is exemplarisch: "Iedere
keer als ik langs mijn (virtuele) lievelingsplek kom
neem ik een korte pauze omdat deze plek zó mooi
is # het is moeilijk te beschrijven waarom, maar die
plek raakt me zo diep en is tegelijk zo simpel".
Virtual reality zal, in de nabije toekomst, een
steeds grotere plaats in onze samenleving innemen.
Begin dit jaar (2011) telde Nederland al meer dan
6 miljoen(!) mobiele internetters van 12-75 jaar
en de kwaliteit van de virtuele beelden groeit met
de dag. Dagelijks komen er nieuwe en verbeterde
toepassingen van virtual reality op de markt. Zie
'World of Warcraft Quest - Nature's Reprisal' of,
'Hatsune Miku - World is Mine Live' op YouTube.
Binnen de natuurbeweging begint men op deze
ontwikkelingen in te spelen. Dit gebeurt bijvoorbeeld
via websites als 'Beleef de Lente' en 'Volg de
Vos', die natuurbeelden 'in real time' op de computer
in ieders huiskamer tonen en in korte tijd ongekend
populair geworden zijn.
Bij wijze van nadere verkenning van de implicaties
van virtuele natuurbeleving, heeft Van Slobbe
onder meer # in samenwerking met 20th Century
Fox, Staatsbosbeheer e.v.a. # het initiatief genomen
tot een 'Avatarbos'. Dit bos zal aanstaand voorjaar
worden aangeplant in het Bentwoud bij Zoetermeer.
Het is gebaseerd op ideeën van honderden jongeren,
die zich door virtuele natuurervaringen in computergames
en films als Avatar hebben laten inspireren en
met voorstellen kwamen voor zwerfpaden, droomplekken,
eetbare gewassen, landschapskunst en levend
meubilair. De Dienst Landelijk Gebied heeft, op basis
hiervan, een ontwerp gemaakt dat ecologisch verantwoord
en inpasbaar in de omgeving is. Jongeren in
Zoetermeer zullen de boompjes en de meubelstukken
(van levende, gevlochten wilgentenen) zelf planten en
de komende jaren ook zelf verzorgen.
Als natuurbeweging bevinden we ons zo in het
stadium van verkenningen en proefprojecten. We
weten nog niet waar dit allemaal toe leidt, maar duidelijk
is dat we de opkomst van virtuele werkelijkheden
heel serieus moeten nemen.
Na afloop van de voordrachten leidde Erik de
Jong ons naar het Heimans diorama in het Aquariumgebouw.
Daar gaf Henk Meeuwse een toelichting
op de door hem gemaakte geluidsopname van de vogels
die in het diorama staan opgesteld. Daarna werd
met veel plezier geluisterd naar de opname, die door
de Stichting is aangeboden aan Artis.
De compilatie is opgebouwd rond een lange opname
die Meeuwsen tussen 1 juni 20.10 uur en 2 juni
13.15 uur j.l. gemaakt heeft in de Westerduinen op
Texel. De microfoon en recorder waren aan de rand
van een kolonie van zilvermeeuwen en kleine mantelmeeuwen
opgesteld, met in de directe omgeving
ook scholeksters en wulpen. Omdat de wind op een
Waddeneiland niet kan ontbreken heeft Meeuwsen
nog een "Terschellinger bries over de Texelse duinen
laten waaien". Behalve de geluiden van de meeuwen
bevat de opname geluiden van de meeste hierboven
genoemde vogels. Geluiden van enkele soorten die
niet op Texel werden opgenomen, zijn later toegevoegd.
De opname duurt precies 15 minuten.
Behalve de vogels speelt in de opname ook de
Noordzee een opvallende rol, met name in de nacht
en vroege ochtend, toen er waarschijnlijk een hogere
luchtvochtigheid en weinig wind was.
Zie ook de website van Meeuwsen Natuurgeluiden:
www.natuurgeluiden.nl
En hiermee kwam een einde aan het bijzonder
geslaagde programma van deze middag. Tijdens de
afsluitende borrel werd er nog lang over nagepraat!
Lydia Haafkens en Eddy van der Maarel
» Meer actuele berichten